Frans van der Lugt (1938) gezien door de ogen van zijn 13 jaar jongere broer Henri van der Lugt (1950)
Ik herinner mij van Frans vanuit mijn jeugd niet zoveel. Ik weet wel dat ik met een trots gevoel tegen hem opkeek. Tot mijn trouwen zag ik hem niet vaak, maar toen hij apart voor ons huwelijk naar Nederland kwam om mijn vrouw en mij in het huwelijk voor de kerk te verbinden, heb ik hem veel beter leren kennen. Ik kwam erachter dat we veel hetzelfde gedachtegoed hadden betreffende de medemens. Hij vooral op geestelijk gebied en ik op het gebied van lichamelijke gezondheidszorg. Later toen ik huisarts was geworden bleek dat ook mijn zorg voor een aanzienlijk deel op het geestelijk vlak lag.
Op bezoek in Syrië
In 1990 ben ik met Carla, onze zus, Frans gaan opzoeken in Syrië. Hij heeft daarvoor tien dagen vrij genomen om ons Syrië te laten zien. Een onvergetelijke ervaring.
We werden in Damascus ontvangen in het Jezuïetenhuis, waar we drie dagen sliepen en aten. Overdag naar alle bezienswaardigheden, waarbij de Souk een grote indruk maakte met zijn levendigheid en talrijke winkeltjes. We maakten mee dat een drankwinkel door de politie werd gesloten. Alle alcoholische dranken werden in beslag genomen. Tot onze verbazing was de winkel de volgende dag weer open en verkocht het weer alcoholische dranken. Dit is Syrië zei Frans. Er is waarschijnlijke een afkoopsom betaalt en ieder gaat weer verder met zijn leven.
In de Souk heb ik met Frans een Hammam (badhuis) bezocht. Eerst word je gemasseerd door een enorme sterke man, die ook nog eens op je rug gaat staan. Daarna op naar de wasruimte om vervolgens door kamers met oplopende temperaturen te lopen naar een stoomkamer van 90 graden. Daarna relaxen in de theekamer waar we ook een diepzinnige gesprek voerden. Frans liet namelijk nooit een moment onbenut om het over de belangrijke dingen van het leven te hebben. Na afloop reden we terug naar Homs waar we onderweg de plaats Ma’loula hebben bezocht op de grens met Libanon. Dit is de enige plaats nog waar Armeens wordt gesproken wordt, de taal die Jezus sprak.
We logeerden in het Jezuïetenklooster in Homs waar hij later vermoord werd. Aan tafel met de nonnen en de andere Jezuïeten werden altijd levendige discussies gehouden en veel gelachen.
Op bezoek in Al Ard
In Homs hebben we veel vrienden van Frans ontmoet onder wie de Patriarch Alexi van de Orthodoxe kerk, en een welgesteld Syrische aannemer, die tot het christendom was bekeerd en veel goed werk deed voor de armen. Hij heeft ook geld beschikbaar gesteld om Al Ard op te bouwen nabij de plaats Al Qusayr. Dit project van Frans hebben we ook bezocht. Toen stond er nog alleen een vervallen gebouw. Het was de wens van Frans zijn om op deze plek een centrum te creëren, waar geestelijke gehandicapten een dagbesteding konden vinden op de wijnvelden en olijfplantages. In Syrië kenden ze toen nog geen voorzieningen voor deze mensen, zoals wij die in Nederland kennen. Tevens moest het een centrum voor bezinning zijn waar de gelovigen van verschillende religies elkaar konden ontmoeten en mediteren.
Wandelen met de studenten van Frans
Ook hebben we veel studenten van verschillende etnische achtergronden en geloofsovertuigingen ontmoet voor wie Frans studentenpastor was. Bij iedereen voelde je een bijzondere warmte naar Frans toe. Met een aantal van hen hebben we een wandeltocht van één dag gemaakt. Ik heb onderweg een lange tijd met een afgestudeerd arts gepraat die werkzaam was als verpleger omdat hij geen baan kon vinden. In die tijd was er een prima infrastructuur, gratis onderwijs en gezondheidszorg, maar veel werkloosheid. Deze arts wilde graag trouwen, maar trouwen mocht pas als je een huis had. Dit was voor hem een utopie. Hij woonde nog bij zijn ouders, dus het was voor hem een uitzichtloze situatie om een gezin te stichten. Zijn enige hoop was om zich te kunnen specialiseren in het buitenland. Op dit moment besefte ik pas hoe goed we het op materieel gebied in Nederland hebben. Echter hoe goed familieleden in Syrië voor elkaar zorgen is weer een voorbeeld voor ons.
Op bezoek bij een familie in de woestijn
We zijn tijdens ons bezoek aan Frans ook door een aantal families heel gastvrij in hun huis ontvangen met veel thee en en allerlei zoetigheden. Die gastvrijheid zit er van nature in, waarschijnlijk omdat Syrië eeuwenlang op de handelsroute van Perzië en Griekenland lag. Ook hebben we de stad Palmyra een van de handelsplaatsen uit de oudheid ten oosten van Homs bezocht met haar vele Griekse en Romeinse overblijfselen van tempels en andere gebouwen. Na bezoek aan Palmyra zijn we diep de woestijn ingetrokken. Ergens van de weg af zagen we een bedoeïenentent. Frans ging naar de bewoner toe en na tien minuten werden we binnen gevraagd. De dochter begon meteen de vloer met water te besprenkelen, als teken dat we welkom waren en er werd geitenmelk uitgedeeld. Het gezin bestond uit vader, moeder, een zoon en een dochter. Zij leefden van de geiten en kamelen, die ze nog dieper in de woestijn tegen de Iraakse grens vingen. Zij konden hier net van leven. Op een bepaald moment vertelde Frans dat ik arts was. Daarop verzocht de vader of ik zijn dochter wilde onderzoeken omdat ze zoveel buikpijn had. Ik werd door haar broer naar haar slaaphoek vergezeld. Toen ik haar buik gedeeltelijk wilde ontbloten, liet hij meteen weten dat dit niet de bedoeling was. Vervolgens nam hij mijn hand en begeleidde die onder haar kleding naar haar buik. Toen ik haar onderzocht voelde ik een grote weke weerstand in haar onderbuik van ongeveer 15 cm. Mijn diagnose was een dermoidcyste (een holte met een stevige rand gevuld met huid, haar, talg, vet en nagelresten als gevolg van een aanlegfoutje van het lichaam). Bij het bespreken met haar en de ouders kwam naar voren dat er geen geld was voor een operatie. Voor de dochter was het alleen van belang dat ze maagd zou blijven als ze geopereerd zou worden. Frans was erg met de dochter begaan en hij zou kijken wat hij voor haar kon doen. Later hoorde ik van Frans dat hij er voor gezorgd heeft dat ze geopereerd is met behoud van haar maagdelijkheid.
Op bezoek bij het stamhoofd van Arak
Vervolgens hebben we de ommuurde woestijnstad “Arak” bezocht. Ook hier ging Frans vooruit naar een deur in de muur. Hij heeft daar zeker 20 minuten met een groep vrouwen staan te praten, waarna wij door het stamhoofd en zijn vrouw werden ontvangen. In het dorp ontstond een soort feestvreugde onder de kinderen, die allemaal met ons op de foto wilden. Er werd een schaap geslacht, werden we aan een tafel gezet en genoten van een heerlijke maaltijd. Na de maaltijd werd ons gevraagd om te blijven slapen, maar dat werd door Frans keurig afgewezen, omdat we de volgende ochtend in Homs moeten zijn. De gastheer stond er wel op om de ouderlijke slaapkamer te laten zien, hetgeen als een bijzonder gebaar van gastvrijheid gezien moet worden. Daarna werden we door alle dorpsbewoners uitgezwaaid. Deze dag heeft grote indruk op mij gemaakt om te zien hoe Frans met zijn openheid en eerlijkheid bij elke Syriër vriendschap en liefde ondervindt.
Terug naar Damascus
We hebben ook nog een dagtocht naar het kruisridderkasteel Krak de Chevalier ten noordoosten van Homs bezocht. Een prachtig plek, maar waar het voor gediend heeft in het verleden stemde mij niet vrolijk. De terugweg naar Damascus hebben we in de “HOP HOP” afgelegd. Dit zijn bussen die prachtig zijn uitgedost aan de buitenkant en die nagenoeg gratis rijden tussen allerlei steden. Kaartje Homs naar Damascus kostte 85 cent voor 180 kilometer. Een rit waar we de hele dag over deden. Alles ging in de bus mee, kippen en geiten, centrifuges en andere materialen op het dak. Frans heeft de hele reis met iedereen zitten praten in het Arabisch en ik keek mijn ogen uit. Een mooie afsluiting van een prachtige reis.
De laatste woorden van Frans
Ik heb mijn broer goed leren kennen en ben ontzettend trots op hem. Vier dagen voor zijn dood heb ik hem nog aan de telefoon gehad. Hij bleek als afgezant van de VN een satelliettelefoon te hebben. Alle onderhandelingen met de bezetters van Homs verliep via hem. Hij vroeg mij een ziekenhuisbed in Nederland te regelen, omdat hij ernstig ondervoed en ziek was. Direct na de overgave van Homs zou hij naar Nederland komen. Helaas het is ander gelopen. Gelukkig heb ik tijdens mijn reis de plek in de kloostertuin gezien waar hij begraven is.
De mooiste uitspraak van Frans is mij altijd bijgebleven:
“In ieder mens schuilt veel goeds.“